Bijenkorfkoekjes uit Tsjechië (met dank aan D. Brewer)
Zij gebruikt hiervoor de speciale vormpjes die je hier bestellen in de Tsjechshop. Je kunt ook kiezen uit beertje/poesje (hier) of lammetje/kippetje (hier).
voor 25-30 koekjes
Voor het walnotendeeg
150 gram vanille koekjes (bijvoorbeeld kattentongen of roomboterkoekjes)
+ 30 kleine ronde vanillekoekjes voor de bodem (piskoty, hier te koop in de Tsjechshop)
100 gram walnoten (zonder dop)
1 vanillestokje
100 gram poedersuiker
50 gram zachte boter
1 eetlepel cacaopoeder
snufje zout
1 eetlepel rum
fijne tafelsuiker om te besprenkelen
Voor de crème
200 gram zachte boter
200 gram poedersuiker
1 eetlepel rum
1 eigeel (of 1 eetlepel advokaat als je geen rauw ei wilt gebruiken)
- Maal de vanillekoekjes fijn in de keukenmachine. Maal ook de walnoten fijn in de keukenmachine. Snijd het vanillestokje in de lengte doormidden en schraap de zaadjes er uit. Meng de gemalen koekjes en walnoten met de vanillezaadjes, de poedersuiker, de boter, het cacaopoeder, het zout en de rum.
- Kneed tot een stevige massa en verpak het deeg in een zakje of in huishoudfolie. Laat ca. 1 uur in de koelkast opstijven.
- Klop voor de crème de boter met de poedersuiker, de rum en het eigeel goed door elkaar.
- Maak balletjes van ca. 20 gram van het deeg. Gebruik een stokje, een spuitmondje of je vinger en vorm een hol bijenkorfje van het deeg. De onderkant moet dezelfde doorsnede hebben als het koekje voor de bodem. Kerf voorzichtig met de botte kant van het mes ringetjes in het korfje. Vul het korfje met de crème en plak het korfje op het koekje. Bestrooi met fijne tafelsuiker.